North Sea Jazz (vrijdagavond) 11 juli 2025, Ahoy Rotterdam

In een grijs en ver verleden was jazzrock een van mijn eerste liefdes. “Echte” jazz luister ik maar sporadisch, maar jazzinvloeden in hip-hop en soul, daar mag je me voor wakker maken. En al jaren stond North Sea Jazz op mijn verlanglijstje, maar 14 jaar lang moest ik dan dokteren op de Zwarte Cross en lukte het gewoon niet. Nu is het er eindelijk van gekomen: Vrienden Teun en Mirjan (met hún vrienden Arthur en Anita) waren al trouwe gasten en vrijdagavond schoof ik, na een autorit door de hel, bij ze aan. Jamilia Woods was kansloos tijdens file 14, en na het uitrijden van file 15 kon ik nog slechts halverwege aanschuiven bij Jordan Rakei (les voor de volgende keer: Níet met de auto naar NSJ!). Dat optreden was wel erg lekker om even in vorm te komen. Net een paar rustigere nummers, maar gelukkig ook nog een enorm stuwende finale. Muziek werkt altijd als een batterij voor me, na de autostress pompte de energie weer flink naar binnen!
De poging om mijn vriendengroepje te vinden mislukte doordat de Nile bij Sheila E al te vol was. Maar met de opdracht om tegen een onbekende naast je “I love you” te zeggen, voelde ik me al vrij snel niet meer echt alleen . Van tevoren had ik geen idee wat ik kon verwachten van de oud-percussionist van Prince, maar die oude liefde, jazzrock, kwam hier wel tot zijn recht! Wat een fantastische muzikanten heeft zij in haar band. Het swingt, het scheurt, het freakt, het lijkt af en toe het spoor kwijt te raken, maar vind dat dan nét op het goede moment weer terug. Mocht je niet weten waar de “E.” van Sheila E. voor staat, dan kom je daar halverwege het concert achter, als zij een “very special guest” introduceert. Het is haar op 1 dag na 90-jarige vader, Pete Escovedo. Hij speelt twee nummers mee op timbales en dat gaat ‘m nog prima af! De man verdiende zijn sporen ruimschoots, onder andere in Santana, maar hij geniet hier ook zichtbaar van en het is ook echt een ontroerend moment. De set wordt afgesloten met haar twee hits, Glamorous life en A love bizarre. Zeer lekker optreden!
Daarna vind ik de mede NSJ-gangers dan toch wel en bij de klanken van Moses Patrou & the Brooklyn Dive Bombers kletsen we even bij en eten wat. Ondertussen moet ik verstek laten gaan bij Lady Wray en “artist in residence” Jacob Collier, om op tijd te zijn bij mijn persoonlijke favoriet van vanavond: Ezra Collective. Hoewel we nog ruim de tijd hebben is de Maas al propvol (met voornamelijk jong publiek). Plots schalt op flink volume Superstylin’ van Groove Armada door de ruimte, als introductie van de band. En hoewel het geen verrassing meer is (ik volg ze al een tijdje en zag ze in 2023 ook op Lowlands) is het toch opnieuw weer een feestelijke verrassing wat een enorme energie er van hun blaas- en dancejazz afstraalt. Ook bij Ezra Collective zijn het top-artiesten, of het nu de energieke drummer/bandleider is, de freakende toetsenist (Joe Armon-Jones, ook solo bezig), de pompende bassist of de jubelende saxofonist en trompettist, die gezamenlijk ook nog ergens het publiek doorkruisen. Het is muzikaal top, maar het heeft ook die onweerstaanbare dance-vibe, ik heb stilstaan voor de lol even geprobeerd, maar dat lukte me exact 1,5 seconden. Het is wat ook hier weer gepredikt wordt: Joy! (waarbij wordt uitgelegd dat joy iets anders is dan gewoon lol of pret, nou ja, ik kan ’t gaan uitleggen maar ik snapte precies wat ze bedoelden!) Een concert vol muzikale joy dus, met af en toe instrumentale covers die je dan wel even van ver moest zoeken. En als afsluiter “God gave me feet for dancing” maar dan zonder zang, deed ’t ook zo prima. De verwachte topper was dus ook echt weer top. (de volgende dag dacht ik trouwens heel kort wel even: God tóók my feet for dancing)
Hoofdact van de vrijdagavond was Mary J. Blige. Maar na het topconcert van Ezra Collective was dat even een te grote overgang. Een wel heel grote en volle zaal maar vooral een zeer matig geluid (ik hoorde haar stem nauwelijks) maakte dat ik, met het oog op nog een metro- en autoreis voor de boeg, een laatste rondje door Ahoy maakte, waarbij ik helaas niet meer bij Branford Marsalis binnen kon. Het laatste muzikale motto wat me nog te binnen schoot, tijdens de metroreis naar mijn auto toe was van Radiohead: “Packt like sardines in a crushd tin box” want zo voelde dat. Maar al dat reisgedoe was het zeker waard om doorstaan te hebben. Heel erg lekkere avond gehad. En grappig om nou eens een keer níet een van de oudste bezoekers te zijn….